Bij voedingsstoffen denk je aan alles wat je eet. Dat is niet waar. Er zijn voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Voedingsmiddelen zijn alles wat je eet. In die voedingsmiddelen zitten allerlei voedingsstoffen. Voedingsstoffen zijn alle stoffen waar bruikbare bestanddelen in zitten.

In veel plantaardige voedingsmiddelen zit voedingsvezel. Onder voedingsvezel behooren alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.

Functies

Voedingsstoffen hebben allemaal een bepaalde taak in het lichaam. Hieronder zie je de drie functies:

1. Bouwstoffen

Deze groep is nodig voor de ontwikkeling en groei van je lichaam. Ook zorgt deze stof ervoor dat verwondingenen beschadigingen worden hersteld.

2. Brandstoffen

Zoals je misschien wel weet, is je lichaam opgebouwd uit cellen. In elke cel vindt verbranding plaats. Voor deze verbranding zijn brandstoffen nodig. Dit levert energie. Die energie hebben alle organen in je lichaam nodig, om te kunnen werken.
Door verbranding wordt de temperatuur in je lichaam op pijl gehouden, nodig voor de groei en voor het herstel van je lichaam. Samengevat wordt energie gebruikt bij alles wat je doet.

3. Reservestoffen

Reservestoffen worden niet direct gebruikt, zoals bouwstoffen en brandstoffen. Rezervestoffen worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam voor later gebruik.

Soorten voedingsstoffen

Hierboven stonden de functies van de stoffen, maar er zijn ook nog verschillende soorten voedingsstoffen. Er zijn in het totaal zes soorten, namelijk: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen(zouten), en vitamines. Al deze zes soorten heb je nodig om gezond te blijven, maar vooral een tekort aan bepaalde mineralen en vitamines kan ziekte veroorzaken.